Ja, Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten
Met deze Primula’s bedoelen we de ‘stengelloze sleutelbloemen’ die we nu volop bloeiend aanbieden. De naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. De polvormende planten worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk uit de natuur van Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel Acaulis-hybriden genoemd of primula’s uit de Acaulis Groep.
Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën
Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen in de Pyreneeën – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort heeft gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.
Voor kamer en tuin
Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.
Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
Er zijn wel 350 verschillende soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van deze stengelloze sleutelbloemen zijn opvallend sterk kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.
Verzorging
Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste verwijderen. Dan bloeien je planten beter door.
TIP
Deze primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.
In kort bestek
Sleutelbloemen uit de Primula Acaulis Groep zijn vrolijke, vroege voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten. Ze bloeien wekenlang. Je kunt uit allerlei kleurtjes kiezen en de verzorging is makkelijk. Laat de potgrond niet uitdrogen en geef niet op de plant, maar op de potgrond lauw water. Dan zul je van deze kleurrijke voorjaarsprimula’s veel en lang plezier hebben.