Ja, de tropische Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ valt op door de extra grote, exotische bloemtrossen
Medinilla’s zijn schitterende tropische planten uit Zuidoost-Azië (Indonesië, de Filippijnen, Nieuw-Guinea enz.). Er bestaan in de tropen wel 400 soorten, maar tot voor enkele jaren werd eigenlijk maar één soort in de westerse wereld als kamerplant aangeboden: Medinilla magnifica. Daar is nu verandering in gekomen dankzij het hardnekkige kruisingswerk van een Nederlandse kweker met een naam die aan zeer oude tijden en een exotische wereld doet denken, Kwekerij Atlantis. Deze kweker won in 2014 zeer terecht een zeer begeerde Award op de Hortifair met de door hen ontwikkelde Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’, de prachtige plant die GroenRijk nu met trots aanbiedt. De plant vormt grote, zachtroze bloemtrossen die bestaan uit een groot aantal kleine diamantvormige bloemen en prachtige schutbladen.
Een juweel
Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is een werkelijk schitterend bloeiende plant met veel betere eigenschappen dan de oorspronkelijke soort Medinilla magnifica. De bloemen zijn groter, de kleine bloempjes waar de trossen onder de schutbladen uit bestaan, vallen veel minder snel uit en deze werkelijke designplanten gaan jarenlang mee. En als je weet dat de hangende, tot wel 50 cm lange bloemtrossen makkelijk 8-16 weken mooi blijven, is het een plant die alles mee heeft om hem te willen. Het is ook een plant die als een zeer bijzonder cadeau zal worden ontvangen. Zet hem in een sierpot die recht doet aan de bijzondere zachtroze bloemkleur en die past bij de prachtige, leerachtige, grote, sterk generfde, in paren aan de stengels staande, groene bladeren. GroenRijk heeft ook wat sierpotten betreft volop keuze.
Heel eenvoudig te verzorgen
Zet je Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ – de naam betekent: ik houd van ‘het zoete leven’ – op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht. Zeker ’s zomers niet. ’s Winters mag direct zonlicht wel. Dat is dan veel minder fel. Deze plantensoort leeft in de natuur als epifyt in de kronen van de woudreuzen in de tropische oerwouden, waar wisselende schaduw heerst. Langdurig fel zonlicht is dus niet wat hij wil. De beste temperatuur is de normale kamertemperatuur van 18-23 °C. ’s Winters – als de plant in rust is – mag de temperatuur (nachttemperatuur) wat lager zijn. Zorg dat je ‘Dolce Vita’ niet op de tocht staat, maar wel regelmatig frisse lucht krijgt. Dus ventileren is prima. Natuurlijk niet als de temperatuur binnen en buiten sterk verschilt, want dan kan ‘Dolce Vita’ een temperatuurklap krijgen. Geef water – op kamertemperatuur – als je ziet dat de bladeren en bloemen wat slapper gaan hangen. De plant geeft precies aan wanneer hij dorst heeft. Dan dus matig water geven. Daarna zie je hem weer opfleuren. De plant houdt er niet van om met zijn wortels lang ‘in water te staan’. Giet een teveel aan water af uit de sierpot. Als je je J’adore ‘Dolce Vita’ bloeiend koopt
hoef je tijdens die eerste bloeiperiode geen plantenvoeding (orchideeënvoeding) te geven. De kweker heeft gezorgd dat er voor die eerste periode voldoende voeding in de potgrond zit. En na die eerste bloeiperiode is de plant opnieuw in bloei te krijgen door hem een tijdje op een wat koelere, maar wel lichte plek te zetten. Om in bloei te komen hebben Medinilla’s wel een hoge luchtvochtigheid nodig. Besproei het blad daarom regelmatig bij luchttemperaturen vanaf 18 °C. Het voedsel uit de kweekpot is na die eerste bloeiperiode dus wel opgebruikt, daarna orchideeënvoeding geven (eens per twee weken een scheutje, opgelost in het gietwater). In het begin van de herfst stoppen met voeding geven. Tijdens de winterrust ook weinig water geven, maar de potkluit niet laten uitdrogen. Begin het volgende jaar pas weer met voeding geven – dan ook weer meer gieten – als de nieuwe bloemknoppen zich beginnen te openen. Als je wilt, kun je deze plant vanaf einde zomer (na de bloei) snoeien. Lange takken kun je wat inkorten, tamelijk ‘stokkig’ geworden oude takken kun je dan zo nodig bij de basis afknippen. De verzorging van Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is absoluut niet moeilijk.
Een epifyt is geen parasiet
Bijna alle Medinilla’s zijn epifyten. Ze groeien in de tropische wouden dus niet in de bodem, maar in de boomkruinen. Het zijn geen parasieten. Ze houden zich met hun wortels alleen aan de bomen vast. Ze halen hun voedsel niet uit de sappen van de bomen, maar uit de lucht en de regen. In de vrij natuur worden Medinilla’s soms wel 2,5 m hoog. Als kamerplant meestal niet veel hoger dan 1 m, ook Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ niet. De bloeiwijzen verschijnen vanuit de einden van de takken. De op latere leeftijd houtige stammen – de planten kunnen behoorlijk oud worden – zijn bij deze planten opvallend vierkant.
TIP: Je moet je ‘Dolce Vita’ niet verplaatsen als hij knoppen vormt en bloeit. Draai je de plant in die periode, dan kunnen de knoppen en bloemen afvallen. Moet je hem toch even wegzetten, zet hem dan altijd met dezelfde kant naar het licht gericht terug. Duw – best handig – een luciferhoutje aan die kant in de pot. Dan kun je je niet vergissen.