Bosviolen

Bosviolen

Ja, bosviolen staan graag een beetje zonnig, maar niet de hele dag in de volle zon

Deze week richt GroenRijk alle aandacht op de prachtige bosviolen. Ze worden ook wel miniviooltjes genoemd. Allemaal violen die tot de Viola Cornuta Croep behoren. Het zijn in feite hoornviooltjes (‘cornuta’ = ‘met een hoorn’). Dat kun je goed zien. Aan de achterkant van iedere bloem steekt een soort hoorntje naar buiten. Die kunnen verschillende maten hebben. De functie van dat ‘hoorntje’ wordt niet helemaal begrepen. Gedacht wordt dat het vooral nectarvaten zijn, waaruit de bestuivende insecten komen snoepen. De planten bloeien enorm rijk (maandenlang) en trekken zich weinig aan van kou of slecht weer. Sterke planten dus, die eigenlijk alleen maar last krijgen van grond die te lang erg nat blijft. Zorg dus voor goede drainage op de plek waar je ze laat groeien. Ook als dat een pot of schaal is. Ze houden van zon, maar staan liever niet op een plek waar de hele dag de volle zon op staat. Dat is te veel van het goede. GroenRijk heeft de bosviolen met hun teer ogende bloempjes nu in allerlei kleuren voor je klaar staan. Met zes tegelijk in een handige draagtray – makkelijk om mee te nemen.

Deze bosviolen zijn eigenlijk vaste planten die enkele jaren kunnen blijven leven, maar ze worden vaak als tweejarige planten gezien en ook zo gekweekt. Er zijn veel rassen met een eigen naam, maar die namen zijn minder belangrijk. Je koopt ze bijna altijd alleen op kleur, ook bij GroenRijk. We noemden al dat je ze niet te zonnig moet planten – je zou ze zelfs eerst een paar weken binnen kunnen zetten (staat ook heel leuk!) voor je ze buiten uitplant. Als je ze niet in fel zonlicht zet, kan dat heel goed. Zet ze dan dus niet vlak achter een raam op het zuiden. Het zijn planten waarvan de voorouders oorspronkelijk uit schaduwrijke loofbossen in de Pyreneeën komen. In de bossen daar valt het licht door de windbeweging van takken en bladeren steeds wisselend en gefilterd op de bosbodem. En dat is de omgeving waar de violen in het wild groeien. De Engelsen noemen dat ‘dappled shade’: wisselende schaduw.

Als je je bosviolen in een pot of bak zet, moet je niet vergeten water te geven. Doe dat eens per week en meng er dan ook wat vloeibare plantenvoeding doorheen. Als je uitgebloeide bloempjes regelmatig wegknipt, bloeien de planten nog langer door dan ze normaal al doen. De planten kunnen een paar graden vorst wel hebben, maar als het echt nog stevig zou gaan vriezen (het weer is de laatste jaren duidelijk aan het veranderen) kun je ze beter even op een koele, lichte plek binnen (of in je schuur) zetten. Het zijn groenblijvende planten, dus altijd leuk. Als je ze meteen buiten in de volle grond uitplant (kan prima) heb je grote kans dat ze tot september zullen bloeien en dat zullen ze dan het jaar erop ook doen.  Alleen beginnen ze dan wat later (in mei) en zullen ze iets minder rijk bloeien. Daarom worden bosviolen liefst steeds nieuw gekocht.

Nog meer over bosviolen
De planten waar we het hier over hebben, worden door de kwekers bosviolen genoemd, maar er is ook een echte soort (Viola silvestris) die officieel de Nederlandse naam bosviool heeft. Die soort komt voor van de bossen in Denemarken in het noorden tot Noord-Afrika in het zuiden en naar het oosten toe zelfs tot in Japan. Ze groeien altijd verspreid en in kleine groepjes. Je zult ze tijdens een wandel- of fietstocht dan ook niet vaak zien, maar zie je in april violen in het wild bloeien met roodachtig blauwe bloempjes en met enigszins lang-hartvormige blaadjes, dan heb je misschien een ontmoeting met ‘echte’ bosviolen. Een soort die er heel veel op lijkt, is het bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana) dat wat lichter blauw bloeit. Behalve de bosviolen die mini-violen worden genoemd, hebben de kwekers ook – om het nog wat verwarrender te maken – mini-bosviolen ontwikkeld die micro’s worden genoemd. Die zijn in alle delen nog kleiner dan de mini’s. Echte dwergen onder de bosviolen.

Vroeger gebruik
Viooltjes hebben iets vertederends en teers over zich. Ze staan in de bloemensymboliek (de bloementaal) voor nederigheid, bescheidenheid en onschuld (vooral de witte), maar vergis je niet: ook verleiding komt om de hoek kijken en ‘een kansje wagen’. Helemaal onschuldig worden ze dus niet gevonden. Een mooie betekenis is ook: ‘ik denk aan je’. Vroeger kende iedereen die bloementaal. Viooltjes werden dan ook graag als veelzeggende corsages of als kleine ronde boeketjes (‘posies’) gedragen. Altijd met een kransje groene blaadjes er omheen.

TIP: Vioolbloempjes kun je eten. Ze smaken friszoet. Ook prachtig als decoratie op de borden en lekker door de sla (of erover gestrooid). Succes verzekerd!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl